Consultatie moet niet gezien worden als een op zichzelf staand gebied, maar als een bouwsteen in de therapie. Raadpleging vindt altijd plaats bij het begin van de behandeling, maar ook na een (nieuwe) diagnose en na elke therapiesessie. Het kan ook dienen ter voorkoming van communicatiestoornissen, bijvoorbeeld in het geval van ouders wier kinderen op de leeftijd van 24 maanden nauwelijks spreken (late praters).

De basis van het consult is deskundige kennis van de menselijke spraak, taal, stem, gehoor en slikfuncties. Logopedisten weten hoe deze functies in de loop van het leven veranderen, welke stoornissen optreden en hoe deze het communicatievermogen van patiënten in het dagelijks leven kunnen beïnvloeden (Rausch et al., 2014). Ze praten met getroffen personen en hun familie over alle problemen die zich voordoen. Zij verduidelijken met hun expertise en ondersteunen betrokkenen bij het ontwikkelen van individuele oplossingen. Daartoe worden zo nodig ook andere deskundigen op het gebied van dagbesteding, school en geneeskunde bij het overleg betrokken.